Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de wijze waarop het hof het rentepercentage op de aandeelhouderslening heeft vastgesteld niet correct is. Er is namelijk een betere arm’s length correctiemogelijkheid voorhanden.
In 2015 wordt X BV opgericht. Het statutaire doel is uiteindelijk om te investeren in een kantoorpand. In 2016 wordt voor € 31,3 mln een kantoorpand gekocht. Dit wordt deels met eigen vermogen gefinancierd en deels met leningen van de aandeelhouders. Op deze leningen is een rente van 8% verschuldigd, terwijl geen zekerheden zijn verstrekt. In geschil is of het fbi-regime van toepassing is. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het fbi-regime met ingang van 2017 van toepassing is. Het beroep van X BV is gegrond. Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur X BV terecht niet aanmerkt als fbi. De statutaire doelomschrijving voldoet namelijk niet aan het wettelijk vereiste van art. 28 lid 2 Wet VPB 1969. Niet in eerste instantie, maar ook niet na de statutenwijzing. Met betrekking tot de aandeelhoudersleningen is het hof van mening dat de inspecteur aannemelijk maakt dat sprake is van onzakelijke leningen. Met toepassing van een verzakelijkt rentepercentage staat het hof vervolgens nog aftrek toe van circa € 500.000 aan rente. Het hof vermindert de aanslagen. De staatssecretaris en X BV gaan in cassatie.
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de wijze waarop het hof het rentepercentage op de aandeelhouderslening heeft vastgesteld niet correct is. Er is namelijk een betere arm’s length correctiemogelijkheid voorhanden. De zaak moet daarom volgens de A-G worden verwezen om de hypothecaire rente te bepalen. De A-G verwijst hierbij ook naar de conclusie in de (vergelijkbare) zaak met rolnummer 24/02306.
Lees ook het thema Beleggingsinstellingen.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 28
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Editie: 12 juni
Informatiesoort: VN Vandaag
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)