Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat X tijdens de procedure is overleden en geen erfgenamen bekend zijn die het geding willen voortzetten.

X krijgt over het jaar 2017 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, inclusief belastingrente en revisierente. Na bezwaar vermindert de inspecteur de aanslag en beschikkingen. X gaat in (hoger) beroep. Tijdens de hogerberoepsprocedure meldt de gemachtigde dat X is overleden en dat hij niet weet wie de erfgenamen zijn. Het hof probeert via een zoon en via boedelregisters erfgenamen te achterhalen, zonder resultaat. Het hof vraagt de inspecteur om de rechtbank te verzoeken een vereffenaar te benoemen, maar de inspecteur stelt dat daarvoor geen aanleiding bestaat. De gemachtigde voert aan dat hij geen contact kan leggen met erfgenamen en dat hij het hoger beroep daarom niet namens hen kan voortzetten.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat het processuele belang ontbreekt nu X is overleden tijdens de procedure en geen erfgenamen bekend zijn die het geding willen voortzetten. Het hof ziet af van publicatie op grond van art. 8:26 Awb om onbekende belanghebbenden op te roepen, omdat niet aannemelijk is dat er belanghebbenden zijn die het geding willen voortzetten. De inspecteur hoeft geen vereffenaar te laten benoemen, nu er geen aanwijzingen zijn voor erfgenamen die het hoger beroep willen voortzetten. Het instellen van hoger beroep door de overleden belanghebbende zonder opvolging door erfgenamen betekent dat het geding eindigt. Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet op de loonbelasting 1964 artikel 19B

Wet op de loonbelasting 1964 artikel 38N

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Loonbelasting, Inkomstenbelasting

Editie: 18 november

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen