X registreert in 2019 een geïmporteerde Mercedes-Benz A-klasse 45 AMG en doet aangifte BPM, waarbij hij uitgaat van een CO₂-uitstoot van 171 gr/km. X baseert zich op een taxatierapport van Y BV, waarin een schadepost en een handelsmarge zijn verwerkt, en stelt dat de auto door schade een lagere handelsinkoopwaarde heeft. De Belastingdienst laat DRZ de auto schouwen; DRZ constateert slechts normale gebruikssporen en geen schade zoals in het taxatierapport vermeld. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op zonder schadeaftrek, berekend op basis van de XRAY-koerslijst. X maakt bezwaar en voert aan dat schadeaftrek ten onrechte is geweigerd, dat de CO₂-uitstoot te hoog is vastgesteld, en dat de heffingsmodaliteiten en belastingrente in strijd zijn met Unierecht. Daarnaast stelt X dat het vooraf heffen van griffierecht en de hoogte van de schadevergoeding onjuist zijn. De inspecteur stelt dat de taxatie van X niet onderbouwd is, dat DRZ als partijdeskundige mag optreden, en dat de naheffingsaanslag, belastingrente en griffierecht conform de wet zijn opgelegd. In beroep vermindert de rechtbank de aanslag en kent een proceskostenvergoeding toe.
In geschil is of X recht heeft op een hogere proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase na een naheffingsaanslag BPM.
Hof Den Haag oordeelt dat X recht heeft op een hogere proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase, verwijzend naar het arrest van de Hoge Raad van 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1060, V-N 2024/33.18. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank voor het overige en verwerpt de stellingen van X over schending van het Unierechtelijk verdedigingsbeginsel, art. 110 VWEU, schadeaftrek, CO₂-uitstoot, belastingrente en griffierecht. Het hof stelt de proceskostenvergoeding vast voor bezwaar, beroep en hoger beroep en gelast vergoeding van het door X betaalde griffierecht in hoger beroep.
Wetingang:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 artikel 10
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 artikel 8
Algemene wet bestuursrecht artikel 8.75
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie artikel 110
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 16 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag