Hongarije stelt, in de nasleep van de COVID‑19-pandemie en vanwege de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, een besluit vast op grond waarvan onder andere koolstofbelasting is verschuldigd door ondernemers die stikstofhoudende meststoffen produceren. De koolstofbelasting wordt berekend op basis van de hoeveelheid emissies en wordt geheven van exploitanten van een installatie waaraan een aanzienlijke hoeveelheid kosteloze emissierechten is toegewezen. Nitrogénművek Vegyipari Zrt. is het niet eens met de aan haar in rekening gebrachte koolstofbelasting. De Hongaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Advocaat-generaal Ćapeta concludeert dat de Hongaarse koolstofbelasting in strijd is met het EU-recht. Dit geldt wanneer de emissies ten gevolge van het gebruik van kosteloze emissierechten achteraf fiscaal worden belast. Hierdoor verliezen de kosteloze emissierechten namelijk hun waarde en wordt hun compenserende werking ontnomen. Verder wijst de A-G er op dat exploitanten worden ontmoedigd om hun emissies terug te dringen, hun milieu-efficiëntie te verbeteren of in milieuvriendelijkere technologieën te investeren. Het gestelde doel van de belastingheffing is niet van belang.
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Europees belastingrecht
Editie: 13 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag