X voert in zijn aangifte IB/PVV 2018 een bedrag van € 6.174 aan aftrekbare specifieke zorgkosten op. De inspecteur staat een bedrag van € 887 aan kosten in aftrek toe. De rechtbank heeft het beroep van X met betrekking tot de zorgkosten ongegrond verklaard. In hoger beroep is in geschil of X recht heeft op extra aftrek voor specifieke zorgkosten en of het vertrouwensbeginsel van toepassing is.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X recht heeft op een hogere aftrek van de uitgaven voor medicijnen. X heeft de facturen voor het eerst overgelegd in de hoger beroepsfase. Met betrekking tot de reiskosten oordeelt het hof dat X en de inspecteur in de bezwaarfase een akkoord hebben bereikt over € 0,35 per kilometer. De inspecteur wordt daarom niet gevolgd in zijn betoog dat een lager bedrag van € 0,305 in aanmerking komt. Voor het overige heeft X de kosten niet aannemelijk gemaakt. Zijn beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet. Het hoger beroep van X is gegrond.
Wetingang:
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 6.17
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 11 november
Informatiesoort: VN Vandaag