X SL is een in Spanje gevestigde vennootschap die handelt in olie, smeermiddelen en aanverwante producten. In 2018 neemt X adviesdiensten af van een Nederlandse ondernemer die 21% Nederlandse BTW op de facturen vermeldt. X SL brengt deze belasting voor 2018 in aftrek als voorbelasting. De inspecteur corrigeert deze aftrek van voorbelasting en weigert de aftrek te verlenen. Voor het tweede kwartaal 2019 vraagt X SL aftrek van € 25 aan voorbelasting, maar overlegt geen facturen of nadere gegevens ter onderbouwing van de gevraagde aftrek. De inspecteur weigert ook om deze voorbelasting terug te geven. In beroep stelt X SL dat zij recht heeft op een hogere BTW-teruggaaf omdat de BTW ten onrechte in rekening is gebracht.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart zich onbevoegd om te oordelen over de BTW-teruggaaf. De aan X SL in rekening gebrachte BTW 2018 is volgens de rechtbank geen aftrekbare voorbelasting in de zin van art. 15 Wet OB 1968 en kan alleen worden teruggevraagd via een herzieningsverzoek (art. 65 AWR). De inspecteur wijst het (impliciete) herzieningsverzoek van X SL af. Een beslissing hierover is niet vatbaar voor bezwaar of beroep bij de belastingrechter, zodat de rechtbank onbevoegd is. De rechtbank adviseert X SL om zich tot de civiele rechter te wenden. Voor het tweede kwartaal 2019 geldt dat X SL de rechtbank niet overtuigt van haar recht op aftrek, omdat zij geen facturen of onderbouwing verstrekt. De teruggaafbeschikkingen blijven in stand.
Wetingang:
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 65
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 26
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 7
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 5
Algemene wet bestuursrecht artikel 8.36C
Algemene wet bestuursrecht artikel 6.17
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Omzetbelasting
Editie: 9 december
Informatiesoort: VN Vandaag