X ontvangt op 8 september 2021 een naheffingsaanslag parkeerbelasting en maakt bezwaar tegen deze aanslag. Op 12 januari 2022 stelt de gemachtigde van X de heffingsambtenaar in gebreke via een e-mail aan het algemene adres van de gemeente Zandvoort, terwijl de belastingheffing is uitbesteed aan Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid. X stelt dat het juiste e-mailadres niet duidelijk is en dat het algemene adres volstaat. De heffingsambtenaar voert aan dat de gemachtigde als frequente bezwaarmaker bekend is met het juiste adres en dat de ingebrekestelling daarom te laat is ontvangen. X verzoekt vervolgens om een dwangsombeschikking, maar de heffingsambtenaar wijst dit verzoek af. Nadat Rechtbank Noord-Holland het beroep van X ongegrond verklaart, gaat X in hoger beroep.
Hof Amsterdam oordeelt dat de ingebrekestelling te laat is ontvangen doordat deze naar het verkeerde adres is gestuurd. Een beroepsmatig optredende gemachtigde weet dat hij zich wat betreft de parkeerbelasting had moeten richten tot Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid. Daarnaast staat op de achterzijde van de naheffingsaanslag parkeerbelasting dat digitaal bezwaar gemaakt kan worden via www.gbkz.nl. Bij het hof ontstaat het beeld dat de gemachtigde de ingebrekestelling opzettelijk heeft verstuurd naar het e-mailadres van de gemeente Zandvoort in de hoop dat er niet binnen de termijn zou worden beslist. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 2:3
Algemene wet bestuursrecht 6:15
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Instantie: Hof Amsterdam
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 1 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag