Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt.

X neemt in zijn aangifte IB/PVV 2021 een bedrag van € 8.103 aan zorgkosten op, waarvan X een bedrag van € 7.311 aan zichzelf toerekent. De definitieve aanslag IB 2021 wordt conform de ingediende aangifte opgelegd. Na een controle van de aangifte van de partner van X legt de inspecteur een navorderingsaanslag aan X op, waarbij hij de totale aftrek zorgkosten corrigeert. X gaat in beroep en stelt dat er geen sprake is van een nieuw feit.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. De inspecteur hoefde in redelijkheid niet te twijfelen aan de door X opgegeven zorgkosten. Door geen nader onderzoek of controle in te stellen heeft de inspecteur geen ambtelijk verzuim begaan. Pas naar aanleiding van de controle van de aangifte van de partner van X werd de inspecteur bekend met de informatie die heeft geleid tot de navorderingsaanslag, namelijk dat de aftrek zorgkosten niet (voldoende) onderbouwd kon worden. Navordering is toegestaan. Het beroep van X op het vertrouwensbeginsel slaagt niet. De standaardtekst in de voorlopige aanslag (“de gegevens worden nog gecontroleerd”) schept geen in rechte te honoreren vertrouwen dat geen navordering zal plaatsvinden. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 2 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

30

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen