Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat niet aannemelijk is dat € 11.395 is betaald voor de parlementaire geschiedenis die gratis op het internet is te raadplegen. Op het adres waar deze volgens de rittenregistratie van de zakelijke auto is opgehaald, heeft bovendien nimmer een oud-advocaat gewoond.
X en zijn echtgenote zijn juristen en drijven samen een maatschap en een vof, waarin zij ieder een winstaandeel van 50% hebben. Daarnaast besturen ze samen een stichting. De maatschap verzorgt opleidingen en trainingen voor advocaten en notarissen. In 1998 is een Frans bedrijfspand gekocht, dat is geactiveerd op de balans van de maatschap. Na boekenonderzoeken bij de maatschap en de vof legt de inspecteur diverse IB-(navorderings)aanslagen met vergrijpboeten aan X op. Volgens de inspecteur zijn met behulp van valse – beweerdelijk contant betaalde – facturen ten onrechte kosten afgetrokken. Het betreft onder meer de aankoop via Marktplaats van een losbladige parlementaire geschiedenis van 1954 tot 1996 van een oud-advocaat voor € 11.395 en de bewakingskosten met betrekking tot het Franse bedrijfspand van ruim € 40.000. Daarnaast zouden vier auto's door de maatschap zijn verkocht voor € 13.800, terwijl deze in werkelijkheid zijn overgedragen aan hun stichting.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat niet aannemelijk is dat € 11.395 is betaald voor de parlementaire geschiedenis die gratis op het internet is te raadplegen. Op het adres waar deze volgens de rittenregistratie van de zakelijke auto is opgehaald, heeft bovendien nimmer een oud-advocaat gewoond. De Franse bedrijven die facturen voor de bewaking zouden hebben gestuurd, zijn niet bekend bij de Franse Belastingdienst en de BTW is ook niet teruggevraagd. De inspecteur maakt aannemelijk dat de verkochte auto's in werkelijkheid een waarde van € 55.149 hadden en dat de auto's tegen deze waarde aan de maatschap zijn onttrokken. De conclusie is dat de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard. De schattingen van de inspecteur zijn redelijk. Mede in verband met het overschrijden van de redelijke termijn worden de boeten verlaagd tot in totaal € 11.251. Daarnaast hebben X, zijn echtgenote en de maatschap samen recht op een immateriële schadevergoeding van € 4500.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 28 mei
Informatiesoort: VN Vandaag