De Kamer nam 25 juni 2025 een motie aan waarin de regering wordt verzocht de CO2-heffing af te schaffen (V-N 2025/32.15).
Voor de lange termijn krijgt de Overlegtafel CO2-heffing de opdracht om te kijken welke alternatieve beleidsopties er zijn in de periode na 2030, en op weg naar 2040, om het doel, het verduurzamen van de industrie in Nederland, te realiseren. Het kabinet ziet dat industrie in Nederland het zwaar heeft en dat hier verschillende factoren aan ten gronde liggen. Het kabinet wil waarborgen dat toekomstbestendige industriële bedrijven hier in Nederland kunnen blijven produceren én verduurzamen. Ook gaat het kabinet onderzoeken in welke mate er sprake is van een negatieve impact van het eventueel opschorten van de CO2-heffing industrie op bedrijven die reeds hebben geïnvesteerd in verduurzaming.
De CO2-heffing is vormgegeven als een minimumprijs boven op het EU ETS. Dit betekent dat het effectieve tarief afneemt naarmate de EU ETS prijs toeneemt en vice versa. Het effectieve tarief loopt naar verwachting jaarlijks op doordat het tarief van de CO2-heffing sneller stijgt dan de verwachte EU ETS prijs. De daadwerkelijke effectieve heffing in 2030 is onzeker, mede doordat het EU ETS in 2026 wordt herzien.
Wetsartikelen:
Wet belastingen op milieugrondslag 71h
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Regelgevende instantie: Ministerie van Klimaat en Groene Groei
Editie: 23 juli
Informatiesoort: VN Vandaag