Het kabinet heeft geen plannen om het maximale aftrektarief van de hypotheekrente te koppelen aan de eerste schijf in de inkomstenbelasting. Dat schrijft staatssecretaris Van Oostenbruggen aan de Eerste Kamer.

Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer van het Belastingplan 2025 heeft de bewindsman toegezegd de (on)mogelijkheden in kaart te brengen om de maximale aftrek voor aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning te koppelen aan de eerste schijf in box 1 van de inkomstenbelasting.

Er zijn drie denkrichtingen om de hoogte van de hypotheekrenteaftrek te koppelen aan het tarief in de eerste schijf:

  1. Het ongedaan maken van het splitsen van het gezamenlijke basistarief. Het kabinet heeft voor de splitsing van het gezamenlijke basistarief gekozen zodat werkende middeninkomens erop vooruitgaan.
  2. Alle grondslagverminderende posten koppelen aan de hoogte van de eerste schijf. Met deze variant neemt de complexiteit van het stelsel toe. De komende jaren is er geen ruimte voor een structuurwijziging in de systemen voor de inkomstenbelasting in verband met onder meer de herstelwerkzaamheden box 3 en de moderniseringsopgave.
  3. Alleen de hypotheekrenteaftrek koppelen aan de eerste schijf. Ook dit betekent extra complexiteit in de uitvoering voor belastingplichtigen en voor de Belastingdienst, waarvoor geen ruimte is.

Het kabinet is geen voorstander van het loslaten van het uitgangspunt dat er niets verandert aan de fiscale positie van de eigen woning.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 2.10

Wet inkomstenbelasting 2001 3.120

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 2 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

69

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen