Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het kampeerautotarief in de motorrijtuigenbelasting alleen geldt vanaf het tijdvak waarin het verzoek om toepassing hiervan door de inspecteur is ontvangen. De kern van het geschil is of X recht heeft op toepassing van het lagere tarief vanaf het begin van haar houderschap in 2016.

X is sinds 28 januari 2016 houdster van een motorrijtuig dat voldoet aan de voorwaarden voor het kampeerautotarief. Vanaf dat moment betaalt X motorrijtuigenbelasting naar het reguliere personenautotarief. Op 5 februari 2024 verzoekt X de RDW om door te geven dat haar voertuig een kampeerauto is, waarna de RDW het verzoek doorstuurt naar de inspecteur. De inspecteur ontvangt het verzoek op 13 februari 2024 en stelt bij beschikking van 2 april 2024 vast dat het kampeerautotarief vanaf 28 januari 2024 geldt. X maakt bezwaar en stelt dat het tarief vanaf 28 januari 2016 moet gelden, omdat het voertuig toen al voldeed aan de eisen en de RDW hiervan op de hoogte was. X voert aan dat zij pas in 2024 ontdekte dat zij te veel belasting betaalde en dat de Belastingdienst haar eerder had moeten informeren. De inspecteur handhaaft de ingangsdatum van het kampeerautotarief op 28 januari 2024.

In geschil is of het kampeerautotarief met terugwerkende kracht vanaf 28 januari 2016 moet gelden of slechts vanaf het tijdvak waarin het verzoek is ontvangen.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het kampeerautotarief alleen vanaf het tijdvak waarin het verzoek is ontvangen geldt. De rechtbank verwijst naar vaste jurisprudentie en het Kaderbesluit mrb, waarin is bepaald dat het lagere tarief niet van rechtswege geldt, maar alleen na een tijdig verzoek. De rechtbank overweegt dat het risico van te laat verzoeken bij X ligt, omdat zij verantwoordelijk is voor het indienen van het verzoek. De stelling dat de RDW op de hoogte was van de inrichting van het voertuig, maakt dit niet anders, omdat de fiscale beoordeling bij de inspecteur ligt. Ook het feit dat X niet eerder op de hoogte was van het lagere tarief, vormt geen bijzondere omstandigheid die tot verdergaande terugwerkende kracht leidt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de ingangsdatum van het kampeerautotarief op 28 januari 2024.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:84

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 11

Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994 5aa

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 23a

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 18 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen