De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft een standpunt ingenomen over het fiscaal partnerschap als drie volwassenen en een minderjarig kind op hetzelfde adres staan ingeschreven in de Basisregistratie personen (BRP), waarbij voor één volwassene de wettelijke uitzondering van (onder)huur opgaat.
A, B en het minderjarige kind van A staan ingeschreven op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen (BRP). B huurt op grond van een schriftelijke huurovereenkomst op zakelijke gronden een deel van de woning van A. B heeft verzocht om niet aangemerkt te worden als partner van A. Vervolgens schrijft C zich in op hetzelfde woonadres in de BRP. A, B en C zijn in geen enkele combinatie met elkaar gehuwd of een notarieel samenlevingscontract aangegaan. Er is dus in geen enkele combinatie sprake van fiscaal partnerschap op grond van art. 5a AWR.
Zowel A en B als A en C voldoen aan de voorwaarden van art. 1.2 lid 1 onderdeel e Wet IB 2001. B heeft echter verzocht om niet als partner te worden aangemerkt omdat sprake is van zakelijke huur. Daarmee voldoet alleen C aan de voorwaarden en zijn A en C dus fiscale partners.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 5a
Wet inkomstenbelasting 2001 1.2
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 30 mei
Informatiesoort: VN Vandaag