Wanneer een ouder en zijn kind samenwonen ontstaat geen fiscaal partnerschap tussen hen wanneer de ouder een recht van gebruik en bewoning heeft van een woning en het kind de bloot eigendom. Dit volgt uit een standpunt van de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst.
In de volgende situatie is dus geen sprake van fiscaal partnerschap. De ouders dragen de bloot eigendom van hun woning over aan hun kind onder voorbehoud van een recht van gebruik en bewoning. Na het overlijden van een van de ouders gaat het kind (alleenstaand en ouder dan 27 jaar) bij de langstlevende ouder wonen. Zowel de ouder als het kind staan het gehele jaar op hetzelfde woonadres ingeschreven in de basisregistratie personen. Voor fiscaal partnerschap is vereist dat de woning aan beiden ter beschikking staat op grond van eigendom, waaronder begrepen economisch eigendom. Een recht van gebruik en bewoning wordt niet aangemerkt als (economische) eigendom van de woning.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 1.2
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 30 mei
Informatiesoort: VN Vandaag