De faciliteit van de geruisloze omzetting van art. 3.65 Wet IB 2001 is volgens de Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek niet van toepassing op een geruisloos doorgeschoven voortgezet ondernemerschap.

Commanditair vennoot Y is medegerechtigde en deze medegerechtigdheid vloeit niet voort uit een rechtstreekse voortzetting als ondernemer. Dit geldt ook als de medegerechtigdheid verkregen is door middel van een doorschuiving bij overlijden.

In 2018 participeert X in een VOF en kwalificeert hiermee als ondernemer voor de Wet IB 2001. In 2020 wijzigt het samenwerkingsverband van een VOF naar een CV. X is vanaf dat moment commanditaire vennoot en kwalificeert als medegerechtigde op grond van art. 3.3 Wet IB 2001. In 2022 draagt X zijn aandeel in de CV over aan Y, een werknemer van het samenwerkingsverband. Bij de overdracht wordt gebruik gemaakt van de geruisloze doorschuiving van art. 3.63 Wet IB 2001. Voormalig werknemer Y wordt commanditaire vennoot en kwalificeert als medegerechtigde. In 2024 wenst Y haar commanditaire aandeel in de CV in te brengen in een BV.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.63

Wet inkomstenbelasting 2001 3.4

Wet inkomstenbelasting 2001 3.3

Wet inkomstenbelasting 2001 3.65

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 15 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen