Bezittingen, schulden, opbrengsten en uitgaven van een APV worden op grond van art. 2.14a Wet IB 2001 toegerekend aan de erfgenamen van de inbrenger. Hierdoor kunnen erfgenamen een evenredig deel van een gift aan een ANBI als persoonsgebonden aftrekpost opvoeren, mits aan de voorwaarden daarvoor is voldaan. Voor een niet-APV stichting geldt deze toerekening niet. De stichting is zelfstandig belastingplichtig en haar uitgaven worden niet aan de erfgenamen toegerekend, zodat de erfgenamen een gift van de stichting niet in aftrek kunnen brengen. Alleen als sprake is van fiscale transparantie, is toerekening aan de erfgenamen mogelijk. De Hoge Raad heeft dit bevestigd op 14 februari 2025 (V-N 2025/9.6).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.33
Wet inkomstenbelasting 2001 6.1
Wet inkomstenbelasting 2001 2.14
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 24 juli
Informatiesoort: VN Vandaag