De kwijtscheldingswinstvrijstelling is niet van toepassing als er geen sprake is van niet voor verwezenlijking vatbare rechten. Dat is het standpunt van de Kennisgroep winstbepaling.

Een IB-ondernemer met personeel in dienst heeft in de jaren 2018 tot en met 2020 de loonheffing op de personeelskosten niet op aangifte afgedragen. De loonbelastingschuld ultimo 2020 bedraagt in totaal € 50.000. De inspecteur legt vervolgens naheffingsaanslagen loonbelasting op. De IB-ondernemer heeft in de jaren 2016 tot en met 2020 in totaal ruim één miljoen euro aan de onderneming onttrokken en vanaf 2021 tot en met 2023 in totaal eveneens ruim één miljoen euro. De IB-ondernemer is aangemerkt als gedupeerde in de toeslagenaffaire. De ontvanger scheldt in 2024 de nog openstaande belastingschulden, waaronder de naheffingsaanslag loonbelasting, kwijt. Als gevolg hiervan is de kwijtgescholden schuld vrijgevallen in de winst van de IB-ondernemer. De vraag is of op deze vrijgevallen schuld de kwijtscheldingswinstvrijstelling van toepassing is.

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 26a

Wet inkomstenbelasting 2001 3.13

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 18 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

52

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen