De (korte) duur van de inschrijving van het motorrijtuig in Duitsland is niet relevant voor de beoordeling of is voldaan aan de eisen van art. 14a lid 1 Wet BPM 1992 voor teruggaaf bij uitvoer. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep auto.

Belanghebbende beëindigt de Nederlandse tenaamstelling van een gebruikt voertuig omdat het motorrijtuig buiten Nederland wordt gebracht. Het motorrijtuig wordt verkocht aan een afnemer in een andere lidstaat binnen de EU/EER. Het motorrijtuig wordt in Duitsland ingeschreven, gebruikmakend van een ‘Duitse brief’ (Kraftfahrzeugbrief) met registratie op naam van een exportdienstverlener die geen juridisch of economisch eigenaar van het motorrijtuig wordt. Met bescheiden wordt de overbrenging naar Duitsland aangetoond. Op basis van de ‘Duitse brief’ en overbrenging wordt om teruggaaf op de voet van art. 14a Wet BPM 1992 verzocht. Aan de overige eisen van art. 14a Wet BPM 1992 is voldaan. De inschrijving van het motorrijtuig in Duitsland wordt na verloop van korte tijd beëindigd. De tijdsduur van de inschrijving is niet relevant voor art. 14a Wet BPM 1992. Er is geen sprake van een kentekenbewijs dat is afgegeven op basis van een tijdelijke inschrijving. Verder is gegeven dat het motorrijtuig ook daadwerkelijk naar Duitsland is overgebracht en tevens dat is voldaan aan de overige eisen voor teruggaaf van BPM.

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 14a

[Nieuwsbron]

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 11 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

102

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen