Het recht op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden kan niet herleven als sprake is van een fictieve vervreemding van de oude eigen woning en vervolgens een nieuwe eigen woning wordt gekocht. Dit volgt uit een standpunt van de Kennisgroep onroerende zaken.

X koopt vóór 2013 zijn eerste eigen woning voor € 200.000 en gaat een aflossingsvrije lening aan. Deze lening kwalificeert als een bestaande eigenwoningschuld. Na 2013 verhuist X naar een huurwoning en de oude woning wordt een vakantiewoning. De oude woning en de aflossingsvrije lening gaan door de fictieve vervreemding over naar box 3. Een jaar later koopt X een nieuwe woning en sluit een nieuwe aflossingsvrije lening af van € 200.000. X verhuist naar deze nieuwe woning die kwalificeert als eigen woning. Na toepassing van de bijleenregeling bedraagt de maximale eigenwoningschuld € 200.000. De aflossingsvrije lening voor de nieuwe woning kwalificeert niet als een bestaande eigenwoningschuld in de zin van het overgangsrecht.

Als X op een later moment weer in de oude woning gaat wonen, dan keren de woning en schuld terug naar box 1 waardoor de schuld weer als een bestaande eigenwoningschuld kwalificeert.

Wetingang:

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.111

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.119AA

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 10BIS.1

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 20 november

Informatiesoort: VN Vandaag

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen