De deelnemingsvrijstelling is niet van toepassing wanneer een vergoeding wordt betaald voor de afkoop van een aanbiedingsplicht. Dit volgt uit een standpunt van de Kennisgroep deelnemingsvrijstelling.

Het standpunt ziet op de volgende situatie: Belastingplichtige Q houdt aandelen in vennootschap X. Het belang kwalificeert als een deelneming voor de Wet VPB 1969. Vennootschap Y houdt de resterende aandelen in X. Y wil de aandelen X verkopen aan een derde, maar is gebonden aan een aanbiedingsplicht. Er is geen sprake van een opgesplitst belang. Y koopt vervolgens de aanbiedingsplicht af en betaalt daarvoor een vergoeding aan Q.

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 13

[Nieuwsbron]

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 27 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

302

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen