
In de casus kan een werknemer afzien van salaris in ruil voor deelname aan het bonusplan. Deze keuze kan eenmaal aan het begin van januari gemaakt worden. Op dat moment is het loon nog niet genoten in de zin van art. 13a Wet LB 1964. De bonus is afhankelijk van het maandloon, de functieschaal en collectieve en individuele targets. De bonusuitkering wordt betaald in april volgend op het jaar waarin de targets zijn gerealiseerd. Het bonusplan is volgens de Kennisgroep vergelijkbaar met een voorwaardelijk recht op een tantième. Het fictieve genietingstijdstip is het moment van de uitruil en de omvang van het loon is het bedrag waarvan de werknemer afziet in ruil voor deelname aan het bonusplan. De uitkering die de werknemer in april ontvangt vormt ook loon. Het bedrag dat eerder is aangemerkt als loon mag op de verschuldigde loonheffingen in mindering worden gebracht, maar niet verder dan nihil.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13a
Rubriek: Loonbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 7 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag
Focus: Focus