Bij een uitruilregeling van de werkgever – brutoloon voor virtuele aandelen – geniet de werknemer loon op het moment van de uitruil van het loon in virtuele aandelen. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep loonheffingen algemeen. Het fictieve genietingstijdstip heeft tot gevolg dat er loonheffingen verschuldigd zijn.

In de aan de Kennisgroep voorgelegde casus kunnen werknemers via een werkgeversregeling salaris inruilen voor deelname aan een virtuele aandelenplan. De keuze om deel te nemen aan het aandelenplan kan éénmaal per jaar aan het begin van januari gemaakt worden. Op dit moment is het loon nog niet genoten in de zin van art. 13a Wet LB 1964. De virtuele aandelen geven recht op een uitkering na drie jaar, indien de werknemer nog in dienst is. Volgens de Kennisgroep zijn de virtuele aandelen vergelijkbaar met phantom shares. Het fictieve genietingstijdstip is het moment van uitruil en de omvang van het loon is het bedrag waarvan de werknemer afziet in ruil voor deelname aan het virtuele aandelenplan. De uitkering die de werknemer ontvangt na de blokkeringstermijn vormt op dat moment ook loon. Hierbij kan het eerdere bedrag dat is aangemerkt als loon op de verschuldigde loonheffingen in mindering worden gebracht, maar niet verder dan nihil.

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 13a

[Nieuwsbron]

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 7 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen