De Kennisgroep premieheffing inhouding/Wtl heeft een eerder gepubliceerde standpunt over de vraag hoe de heffing van de Zvw moet plaatsvinden als een DGA een stamrechtaanspraak als een bedrag ineens laat uitkeren, aangevuld. Aan het standpunt is toegevoegd dat alleen heffing Zvw kan plaatsvinden voor zover sprake is van een loontijdvak.

Inhouding kan alleen plaatsvinden als sprake is van een of meerdere loontijdvakken in het jaar van uitbetaling. Wil sprake zijn van een loontijdvak, dan moet er tijdvakloon worden genoten. Beloningen die eenmalig worden toegekend, vormen geen tijdvakloon. Het uitkeren van een stamrechtuitkering als bedrag ineens, vormt daarom geen tijdvakloon. Daarmee ontstaat geen loontijdvak. In het geval waarin door de inhoudingsplichtige in het kalenderjaar alleen een stamrechtuitkering als bedrag ineens wordt uitgekeerd, is derhalve geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw op grond van art. 43 Zvw verschuldigd.

Als er geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw bij wijze van inhouding kan worden geheven omdat een loontijdvak ontbreekt, kan deze inkomensafhankelijke bijdrage Zvw niet alsnog via een aanslag Zvw worden geheven.

De inkomensafhankelijke bijdrage Zvw over dergelijke uitkeringen en verstrekkingen, waarvoor sinds 1 januari 2014 fiscaal overgangsrecht is opgenomen in art. 39f Wet LB 1964, is verschuldigd door de verzekeringsplichtige en niet door de inhoudingsplichtige.

Wetingang:

Wet op de loonbelasting 1964 artikel 11

Wet op de loonbelasting 1964 artikel 39F

Zorgverzekeringswet artikel 43

Zorgverzekeringswet artikel 49

[Nieuwsbron]

Rubriek: Premieheffing, Loonbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 6 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen