In de onderliggende casus gaat het om een belastingplichtige die lid is van een vereniging die is aangemerkt als ANBI en daarvoor jaarlijks een contributie betaalt. Volgens de kennisgroep kan een contributie worden aangemerkt als verplichte bijdrage. Er is sprake van een gift als tegenover de verplichte bijdrage geen directe tegenprestatie staat dan wel deze directe tegenprestatie van bijkomstige aard is. Tegenprestaties die slechts van bijkomstige aard zijn, zoals symbolische tegenprestaties, verhinderen de giftenaftrek daarbij niet. Bij tegenprestaties/aanspraken die van meer dan bijkomstige aard zijn, moet de contributie worden gesplitst in een deel dat kan worden toegerekend aan de directe tegenprestatie en een deel dat ten goede komt aan andere doeleinden. Tot het bedrag van de waarde van de tegenprestatie is geen sprake van een aftrekbare gift. Als de contributie niet kan worden gesplitst bestaat geen recht op giftenaftrek (Hof Arnhem-Leeuwarden 2 september 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6761, V-N 2015/6.15).

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.33

[Nieuwsbron]