De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen stelt dat een naar het recht van Liechtenstein opgerichte Aktiengesellschaft (AG) naar aard en inrichting vergelijkbaar is met een Nederlandse NV of BV.
Aanleiding voor dit standpunt betreft een kwalificatie inzake de belastingheffing van een AG opgericht naar het recht van Liechtenstein met vastgoed in Nederland. Aan de kennisgroep is de vraag gesteld met welke Nederlandse rechtsvorm(en) de AG vergelijkbaar is voor de toepassing van de Wet VPB 1969, de Wet IB 2001, de Wet DB 1965 en de Wet BB 2021.
Volgens de Kennisgroep moet voor een antwoord op deze vraag worden getoetst of de buitenlandse rechtsvorm naar aard en inrichting vergelijkbaar is met een Nederlandse rechtsvorm. Voor het vaststellen van de aard van een buitenlandse rechtsvorm dient aan de hand van het buitenlandse recht geanalyseerd te worden welke plaats de betreffende rechtsvorm in het buitenlandse recht inneemt en welke bedoeling de buitenlandse wet- of regelgever heeft gehad met die rechtsvorm. De inrichting van een buitenlandse rechtsvorm heeft betrekking op de meer concrete regels die zijn gegeven voor die rechtsvorm in het buitenlandse recht. De inrichting van de Nederlandse rechtsvormen bestaat voor een belangrijk deel uit de wezenlijke kenmerken van verschillende rechtsvormen die per Nederlandse rechtsvorm zijn benoemd in afdeling 2 van hoofdstuk II van het Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen (Besluit van 9 november 2024, Stb. 2024, 339, V-N 2024/57.11).
Wetsartikelen:
Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen 3
Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen 2
Wet op de dividendbelasting 1965 1
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 1a
Wet inkomstenbelasting 2001 2.14bis
Wet inkomstenbelasting 2001 1.11
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal ondernemingsrecht, Dividendbelasting, Inkomstenbelasting, Bronbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 28 mei
Informatiesoort: VN Vandaag