Ondernemer B is betrokken bij een ABCD-ketentransactie, waarbij de goederen vanuit de Nederlandse ondernemer A in Nederland worden vervoerd naar ondernemer D in een andere EU-lidstaat. Voor het vervoeren van de goederen wordt een derde partij ingeschakeld, die een vervoersovereenkomst sluit met ondernemer A. De goederen worden vervoerd voor rekening van de Ierse ondernemer B, waarbij ondernemer B het risico draagt voor onopzettelijk verlies van de goederen tijdens de vervoersoperatie. Ondernemers C en D zijn gevestigd in de lidstaat van bestemming van de goederen. Ondernemer B verstrekt aan ondernemer A zijn Nederlands BTW-identificatienummer. De vraag rijst of ondernemer B kwalificeert als tussenhandelaar in de zin van art. 5c lid 3 Wet OB 1968.
De kennisgroep beantwoordt de vraag bevestigend. Dat ondernemer B geen partij is bij de vervoersovereenkomst met de externe vervoerder die de goederen intracommunautair vervoert van Nederland naar de andere EU-lidstaat doet hieraan niet af. Ondernemer B heeft namelijk zijn BTW-identificatienummer verstrekt aan ondernemer A en met diezelfde ondernemer een overeenkomst gesloten waaruit volgt dat de goederen intracommunautair worden vervoerd voor zijn rekening en risico.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 5c
Rubriek: Omzetbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 20 juni
Informatiesoort: VN Vandaag