De vraag ziet op een zelfstandige die woont in België en als docent werkt voor een Nederlandse onderwijsinstelling en vervolgens na twee jaar in dienst treedt als docent bij dezelfde onderwijsinstelling. Op de inkomsten die A als zelfstandige geniet, kan namelijk in beginsel zowel art. 14 lid 1 (zelfstandige beroepen) als art. 20 lid 1 (leraren en studenten) van het Verdrag van toepassing zijn. De tekst van het Verdrag voorziet niet in een (voorrangs)regeling die de verhouding tussen beide artikelen bepaalt.
Wetingang:
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 16 december
Informatiesoort: VN Vandaag