Op het moment dat een aan een feitelijk samenwerkingsverband OB opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting niet wordt betaald en geen verrekening mogelijk is, kan de ontvanger niet bij het samenwerkingsverband invorderen, omdat het civielrechtelijk niet bestaat. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep invordering & civiel recht. Het betreft een herziening van een in 2017 ingenomen standpunt.

In de aan de kennisgroep voorgelegde casus gaat het om natuurlijke personen AX en BY die wonen in het buitenland en gezamenlijk eigenaar zijn van een in Nederland gelegen onroerende zaak. De onroerende zaak is aangekocht met het oogmerk deze te verhuren. De inspecteur omzetbelasting heeft AX en BY voor wat betreft deze activiteit als omzetbelastingplichtig samenwerkingsverband aangemerkt. Aan AX en BY is één omzetbelastingnummer toegekend en ze zijn in de systemen van de Belastingdienst geregistreerd als ‘samenwerkingsverband overig’. Het samenwerkingsverband is feitelijk van aard, in die zin dat er geen sprake is van een personenvennootschap. Aan het samenwerkingsverband OB AX & BY zijn naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd, die onbetaald zijn gebleven.

Invordering bij de natuurlijke personen is zonder aansprakelijkstelling ook niet mogelijk, omdat de natuurlijke personen niet als belastingschuldigen kwalificeren. De ontvanger kan de natuurlijke personen aansprakelijk stellen op grond van art. 33 lid 1 aanhef en sub a IW 1990. Als sprake is van een niet in Nederland gevestigd lichaam kan, als er een vaste inrichting in Nederland is en de natuurlijke personen als leider van die vaste inrichting kwalificeren, de ontvanger ook aansprakelijk stellen op grond van art. 33 lid 1 aanhef en sub b IW 1990.

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Invorderingswet 1990 33

Invorderingswet 1990 2

[Nieuwsbron]

Rubriek: Invordering, Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 7 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen