Participanten zijn verplicht om winst te nemen als vaststaat dat zij het negatieve kapitaalsaldo niet hoeven aan te zuiveren. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep winstbepaling. De kwijtscheldingswinstvrijstelling is daarbij niet van toepassing als er voldoende betalingscapaciteit is bij de individuele participant. Er is dan geen sprake van niet voor verwezenlijking vatbare rechten.

In de casus gaat het om een stille maatschap, die bestaat uit X BV en maximaal negentig participanten. De participanten kwalificeren als ondernemer voor de inkomstenbelasting. X BV en de participanten zijn onafhankelijke derden van elkaar.

In de maatschapsovereenkomst is onder andere opgenomen dat een participant aansprakelijk is voor verplichtingen van de maatschap. De aansprakelijkheid kan het gestorte bedrag te boven gaan. De eindbalans bevat een negatief kapitaalsaldo van de participanten van € 1.000.000 en een positief kapitaalsaldo van X BV van € 1.000.000. De participanten hebben het negatieve kapitaalsaldo niet aangezuiverd. X BV eist haar kapitaalsaldo niet op.

De schuld en vordering behoren voor de participanten tot hun ondernemingsvermogen. Bij beëindiging van de maatschap zijn de participanten verplicht het negatieve kapitaalsaldo aan te zuiveren. Nu X BV bij de vereffening besluit dat het negatief kapitaalsaldo van de participanten niet hoeft te worden aangezuiverd, ontstaat een definitieve vermogensverschuiving van X BV naar de participanten.

Wetingang:

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.8

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.13

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 21 november

Informatiesoort: VN Vandaag

25

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen