In de voorgelegde casus verkrijgt A in 2025 een appartementsrecht voor € 500.000. Naast de koopsom voor het appartementsrecht is A verplicht om een gedeelte van een door de VVE aangegane lening over te nemen van € 30.000, omdat het reservefonds van de VVE nihil is en de VVE geen baten heeft. De vraag rijst wat de maatstaf van heffing is voor de overdrachtsbelasting en of de startersvrijstelling kan worden toegepast.
Volgens de Kennisgroep overdrachtsbelasting is de maatstaf van heffing de waarde van het appartementsrecht, welke waarde ten minste gelijk is aan die van de tegenprestatie (de koopsom plus de door de koper op zich genomen last). In casu is dat € 500.000 plus € 30.000: totaal € 530.000. Voor de toepassing van de startersvrijstelling mag de woningwaardegrens (in 2025: € 525.000) niet worden overschreden. Dit betekent dat de startersvrijstelling in casu niet van toepassing is.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer 6
Wet op belastingen van rechtsverkeer 15
Wet op belastingen van rechtsverkeer 9
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Informatiesoort: VN Vandaag
Editie: 1 augustus