De WNT-norm moet per inhoudingsplichtige worden herleid op basis van het aantal tijdvakken dat de expatregeling bij de betreffende inhoudingsplichtige wordt toegepast. Dit volgt uit een standpunt van de Kennisgroep IBR IB niet winst/LB/PH aanslag.

In de casus wordt de expatvergoeding van een werknemer die recht heeft op toepassing van de expatregeling afgetopt op 30% van de maximale bezoldiging als bedoeld in art. 2.3 Wet normering topinkomens (WNT-norm). De werknemer treedt in dienst bij een nieuwe inhoudingsplichtige, waar de expatregeling wordt voortgezet. Op 31 januari eindigt de tewerkstelling bij inhoudingsplichtige A en per 1 februari treedt de werknemer in dienst bij inhoudingsplichtige B. In februari ontvangt de werknemer nog een nabetaling van A. De Kennisgroep stelt dat als A de expatregeling toepast in de loontijdvakken januari en februari een maximale expatvergoeding van 2/12 van 30% van de WNT-norm geldt. Als B de expatregeling toepast over de loontijdvakken februari tot en met december geldt een maximale expatvergoeding van 11/12 van 30% van de WNT-norm.

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 31a

[Nieuwsbron]

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 31 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

166

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen