De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst stelt dat een ouder op wie de vervoerskosten drukken het forfaitaire bedrag voor vervoer van het kind mag aftrekken als uitgaven voor specifieke zorgkosten. Indien ouder en kind ieder een deel van de kosten betalen, moeten ze het bedrag verdelen voor naar rato. Dit volgt uit een redelijke wetsuitleg.

Dat beslist de kennisgroep naar aanleiding van een casus waarin een ouder en een meerderjarig kind (jonger dan 27 jaar) samenwonen en beiden een lichamelijke beperking hebben waardoor zij minder dan 100 meter zelfstandig kunnen lopen. De ouder betaalt alle kosten. In de per 1 januari 2025 gewijzigde wettekst van art. 6.17 lid 1 onderdeel c Wet IB 2001 is niet meer duidelijk of de ouder nog kosten voor het kind op grond van art. 6.16 Wet IB 2001 kan aftrekken of dat het kind dat anders zelf kan doen. Uit niets blijkt dat de wetgever de aftrek voor leefkilometers heeft willen beperken tot de belastingplichtige zelf. De rato verdeling voorkomt dat het volledige forfait door meerdere personen wordt geclaimd voor dezelfde zorgbehoevende.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.1

Wet inkomstenbelasting 2001 6.16

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 27 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen