Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de kentekenhouder parkeerbelasting verschuldigd blijft, ook als een garage het voertuig parkeert. De belasting wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd, waarbij bij niet-betaling de kentekenhouder aansprakelijk is.

X ontvangt op 23 en 24 oktober 2024 twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting omdat zijn auto op 20 en 21 oktober zonder betaling van parkeerbelasting op straat geparkeerd stond. X wijst erop dat hij de auto tussen 14 en 24 oktober bij een garage heeft achtergelaten voor reparatie en dat de garage het voertuig tijdelijk buiten heeft gezet. X stelt niet zelf geparkeerd te hebben, en beroept zich op zijn parkeervergunning voor een zeer nabij gelegen zone. De heffingsambtenaar blijft bij de opgelegde aanslagen. In beroep is in geschil of X als kentekenhouder parkeerbelasting verschuldigd is wanneer een garage zijn auto parkeert zonder te betalen.

Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de Gemeentewet bepaalt dat als parkeerbelasting niet wordt voldaan, de kentekenhouder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd. Dit geldt ook wanneer een derde, zoals een garage, het voertuig heeft geparkeerd. De wettelijke uitzonderingen zijn niet van toepassing. X stemt feitelijk in met het garagegebruik en kan bij schade de kosten op de garage verhalen. De ligging van de parkeerplek vlak bij de zone waarvoor hij een parkeervergunning heeft, maakt de belastingplicht niet ongedaan, omdat parkeerbelasting een objectieve belasting is waarbij persoonlijke omstandigheden buiten beschouwing blijven. De rechtbank verklaart beide beroepen ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Gemeentewet artikel 225

Instantie: Rechtbank Amsterdam

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Editie: 5 november

Informatiesoort: VN Vandaag

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen