X voert in haar IB-aangifte 2021 een aftrekpost op van € 27.382 aan specifieke zorgkosten. De inspecteur accepteert uiteindelijk slechts een aftrekpost van € 2149. In geschil is of X de kosten heeft gemaakt. De aftrek in verband met de dieetkosten en de aftrek van kosten voor kleding en beddengoed is in beroep niet meer in geschil.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X recht heeft op aftrek van de kosten voor de chiropractor. Het is aannemelijk dat de behandelingen door de chiropractor op voorschrift en onder begeleiding van een arts hebben plaatsgevonden. De rechtbank verwerpt daarbij de stelling van de inspecteur dat aftrek niet mogelijk is omdat het beroep van chiropractor een ‘vrij’ beroep is. De kosten voor de osteopaat en de energetisch therapeut zijn niet aftrekbaar. X maakt namelijk niet aannemelijk dat deze behandelingen op voorschrift en onder begeleiding van een arts hebben plaatsgevonden. Daarnaast staat de rechtbank nog aftrek toe van vervoerskosten. De kosten voor medicijnen zijn niet aftrekbaar omdat geen sprake is van uitgaven voor farmaceutische hulpmiddelen. Ook kan X de kosten voor een bed met een drukverlagend matras niet aftrekken. X maakt niet aannemelijk dat het bed een bijzondere hoedanigheid heeft en als zodanig hoofdzakelijk door zieke of invalide personen wordt gebruikt. De rechtbank stelt de aftrek specifieke zorgkosten uiteindelijk vast op € 2818.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.19
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 15 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag