Advocaat-generaal HvJ EU Szpunar concludeert dat G GmbH de kosten van de printsjablonen voor de etiketten op de conserven in blik moet optellen bij de relevante transactiewaarde. Dit geldt wanneer de in het douanegebied van de EU gevestigde koper deze printsjablonen kosteloos in elektronische vorm aan leveranciers in een derde land ter beschikking stelt.
G GmbH verwerkt in haar douane-entrepot de door A uit derde landen ingevoerde conserven in blik onder het stelsel van douane-entrepots. De blikken zijn voorzien van zelfklevende papieren etiketten die de leveranciers vervaardigen met behulp van printsjablonen die hun door de koper kosteloos elektronisch ter beschikking worden gesteld. G GmbH brengt deze conserven in het vrije verkeer. De printsjablonen zijn in opdracht van A en op diens kosten door een aantal ontwerpstudio’s in Duitsland vervaardigd. Volgens de Duitse douane moet G GmbH de kosten van de printsjablonen opnemen in de aangiften van de douanewaarde. G GmbH is het hier niet mee eens. De Duitse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Advocaat-generaal HvJ EU Szpunar concludeert dat G GmbH de kosten van de printsjablonen voor de etiketten op de conserven in blik moet optellen bij de relevante transactiewaarde. Dit geldt wanneer de in het douanegebied van de EU gevestigde koper deze printsjablonen kosteloos in elektronische vorm aan leveranciers in een derde land ter beschikking stelt. De A-G merkt daarbij op dat uit de toepasselijke bepaling blijkt dat het de bedoeling is dat deze bepaling niet is beperkt tot materiële goederen, maar ook geldt voor immateriële diensten.
Wetingang:
Communautair Douanewetboek (CDW) artikel 29
Communautair Douanewetboek (CDW) artikel 32
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Europees belastingrecht, Douane
Editie: 20 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag