Belanghebbende, X, is gehuwd met B die visueel gehandicapt is en een huidaandoening heeft. Vanwege de handicap woont B in een "Wonen in een beschermde omgeving (WIBO)"-woning. Het huurcontract staat op naam van B. X woont bij haar echtgenoot in. De huur wordt deels betaald door X. Er is in de woning geen afzonderlijke werkruimte aanwezig. B is door het CIZ geïndiceerd voor het verkrijgen van persoonlijke verzorging voor 2 tot 3,9 uur per week. Deze zorg wordt in het jaar 2007 door X verleend. X ontvangt hiervoor in dat jaar een vergoeding van € 3266. In haar aangifte ib/pvv over het jaar 2007 geeft X deze vergoeding aan als bruto resultaat uit overige werkzaamheden. Op dit resultaat brengt zij een aantal posten in aftrek. In hoger beroep is nog in geschil of de kosten "werkplek Freelance diensten" en kosten voor "persoonlijke verzorging" op het resultaat in mindering kunnen worden gebracht. Hof Amsterdam is in navolging van de rechtbank van mening dat bij de bepaling van X' resultaat uit overige werkzaamheden onder andere artikel 3.16 Wet IB 2001 van toepassing is. De werkzaamheden van X vinden niet plaats in een gedeelte van de woning dat naar verkeersopvattingen een zelfstandig deel van de woning vormt. Reeds hierom kunnen volgens het hof de kosten van de werkplek niet ten laste van het resultaat worden gebracht. De stelling van X dat een evenredig deel van de totale huisvestingskosten toerekenbaar is aan het resultaat wordt door het hof verworpen. De kosten van de huidverzorgende producten kunnen ook niet ten laste van het resultaat worden gebracht. Anders dan X betoogt zijn het geen kosten die X heeft moet maken om haar verzorgende werkzaamheden uit te kunnen voeren. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Wet inkomstenbelasting 2001 3.16