Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger kwijtschelding moet verlenen van het bedrag van de belasting waarvoor uitstel van betaling is verleend. Uit de Uitvoeringsregeling IW volgt een ongeclausuleerde kwijtschelding van het na 10 jaren nog openstaande deel van een conserverende aanslag.

X houdt de aandelen in het op Curaçao gevestigde Y NV. In december 2012 emigreert X naar Zwitserland. In verband met de emigratie wordt een conserverende IB-aanslag 2012 opgelegd naar een te conserveren ab-inkomen van € 49 mln. De ontvanger verleent uitstel van betaling voor de te betalen IB van € 12,2 mln. X verzoekt in 2022 om kwijtschelding van het bedrag van € 12,2 mln. De ontvanger stelt vervolgens vragen over de jaarrekeningen van Y NV en de hoogte van de uitgekeerde reserves voor het bepalen of geen verboden handelingen zijn verricht. De ontvanger wijst uiteindelijk het verzoek af omdat X bepaalde informatie niet dan wel onvolledig heeft verstrekt. X is het daar niet mee eens en wijst er onder andere op dat de ontvanger weigert om concreet aan te geven welke informatie ontbreekt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger kwijtschelding moet verlenen van het bedrag van de belasting waarvoor uitstel van betaling is verleend. De rechtbank verwijst daarbij naar de toelichting bij art. 4 lid 3 Uitv. reg. IW (thans art. 1b lid 1 Uitv. reg. IW). Uit deze toelichting volgt een ongeclausuleerde kwijtschelding van het na 10 jaren nog openstaande deel van een conserverende aanslag. Hierin valt volgens de rechtbank niet te lezen dat de regelgever heeft beoogd een ruimere bevoegdheid aan de ontvanger te geven voor het vragen van inlichtingen dan hetgeen benodigd is voor het bepalen van de hoogte van de conform art. 4 lid 3 Uitv. reg. IW te verlenen kwijtschelding. De rechtbank verwerpt de stelling van de ontvanger dat het niet de bedoeling kan zijn dat na afloop van de tienjaarstermijn geen informatie meer kan worden opgevraagd. Dit is volgens de rechtbank namelijk niet af te leiden uit de wettekst of wetsgeschiedenis. Daarnaast is deze problematiek bij de invoering van de conserverende aanslag in 2001 in de literatuur onderkend, terwijl dit niet heeft geleid tot een aanpassing van de IW of van de Uitv. reg. IW. De rechtbank gaat op verzoek van partijen ten overvloede nog in op enkele aangedragen geschilpunten. Daarbij concludeert de rechtbank dat de ontvanger niet slaagt in het bewijs dat sprake is geweest van een verboden handeling. Het gelijk is aan X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 4

Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 1b

Invorderingswet 1990 70ea

Invorderingswet 1990 26

Invorderingswet 1990 25

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Invordering, Inkomstenbelasting

Editie: 23 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

30

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen