X bezit een twee-onder-een-kapwoning met perceel dat grotendeels uit bosgrond bestaat. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde per waardepeildatum 1 januari 2023 vast op € 1.051.000 en gebruikt daarbij vergelijkingsobjecten uit dezelfde wijk. X stelt dat deze referentieobjecten niet goed vergelijkbaar zijn en wijst op de afwijkende aard van zijn perceel. Zijn pand is ingedeeld in wijk 4 onder het bestemmingsplan ‘Villawijk’, terwijl het een twee-onder-een-kapwoning betreft.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het perceel van X een atypisch object vormt binnen de wijkindeling. De woning en het bijbehorende bosperceel wijken wezenlijk af van vergelijkingsobjecten, waardoor toepassing van de standaard grondstaffel tot een onevenwichtige en niet-reële waardering leidt. X maakt zijn bepleite waarde niet aannemelijk, maar ook de heffingsambtenaar onderbouwt zijn waarde onvoldoende. De rechtbank stelt daarom ambtshalve de waarde vast op € 930.000, rekening houdend met de afwezigheid van extra oppervlakte voor de dakkapel en de aanwezigheid van twee garages.
Wetingang:
Wet waardering onroerende zaken artikel 17
Instantie: Rechtbank Den Haag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Editie: 8 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag