X koopt op 21 december 2022 een woning voor € 200.000. De verkoper behoudt zich een levenslang recht van gebruik en bewoning voor. Er vindt geen taxatie plaats en partijen zijn geen familie. De verkoper betaalt alle onderhoudskosten, belastingen en verzekeringen. X betaalt over de koopsom overdrachtsbelasting naar 8%. X blijft de koopsom schuldig. De inspecteur stelt later dat de waarde van de bloot eigendom op het moment van verkrijging hoger is en legt een naheffingsaanslag op. In geschil is de waarde van de woning en of de leegwaarderatio kan worden toegepast.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de leegwaarderatio voor de inkomstenbelasting en de erf- en schenkbelasting niet van toepassing is bij de overdrachtsbelasting. De Wet BRV kent hiervoor geen grondslag en een recht van gebruik en bewoning is niet gelijk aan verhuur. De inspecteur onderbouwt de waarde van € 295.000 met een taxatie op basis van vergelijkbare huurprijzen, lasten en een berekende duur van het gebruiksrecht van 12,1 jaar. X toont niet overtuigend aan dat de berekende huur of lasten onjuist zijn. De rechtbank acht de inspecteur geslaagd in het bewijs van de hogere waarde en verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetingang:
Wet op belastingen van rechtsverkeer artikel 2
Wet op belastingen van rechtsverkeer artikel 9
Wet op belastingen van rechtsverkeer artikel 52
Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 artikel 10
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Editie: 11 september
Informatiesoort: VN Vandaag