X is een stichting die jaarlijks de zogenoemde ‘Bietentocht’ organiseert, een evenement ter ere van de traditie van het vervoer van suikerbieten over water. Voorafgaand aan het evenement doet X steeds melding bij Waterschap Brabantse Delta. In 2023 vat de heffingsambtenaar deze melding op als een aanvraag voor drie vergunningen: voor het gebruik van een oppervlaktewaterlichaam of bijbehorende beschermingszones, voor het gebruik van een kering, en voor het organiseren van een evenement op een vaarweg. Op basis daarvan volgt een legesaanslag van € 1.500. In beroep is niet langer in geschil dat de heffing voor de handeling met betrekking tot het oppervlaktewaterlichaam ten onrechte is opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het Waterschap Brabantse Delta ten onrechte een legesaanslag heeft opgelegd aan de organisator van de jaarlijkse ‘Bietentocht’: een cultureel evenement zonder winstoogmerk. X stelt dat het evenement al jaren in overleg met het waterschap plaatsvindt en dat de nieuwe legesheffing disproportioneel is. De rechtbank beschouwt dit als een beroep op het evenredigheidsbeginsel en past exceptieve toetsing toe, nu het gaat om lokale regelgeving. De rechtbank oordeelt dat de Verordening 2023 onvoldoende rekening houdt met kleinschalige maatschappelijke initiatieven zoals dit evenement. In de toelichting op de verordening ligt de nadruk op kostendekking voor commerciële aanvragen. Sociaal-culturele initiatieven zijn niet expliciet meegenomen, terwijl andere waterschappen daarvoor wel uitzonderingsbepalingen kennen. Hoewel de regeling niet onverbindend is, blijft zij in dit specifieke geval buiten toepassing. De aanslag wordt vernietigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 115