Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de legesverordening jegens X onverbindend is omdat de NEN2580 norm waarnaar in de verordening wordt verwezen niet op de voorgeschreven wijze kenbaar is gemaakt.

Aan X wordt een legesaanslag van € 2308,86 opgelegd die niet gebaseerd is op de door hem opgegeven bouwkosten (€ 9300), maar op een raming van € 128.076. In beroep voert X primair aan dat de legesverordening onverbindend is, omdat niet is voldaan aan het kenbaarheidsvereiste van art. 139 en 217 Gemeentewet. In de Tarieventabel wordt verwezen naar NEN 2699, waarin de toepassing van NEN 2580 (bepaling bruto/netto vloeroppervlak) als “onmisbaar” wordt aangemerkt. De NEN 2580 was echter niet gepubliceerd of ter inzage gelegd, maar slechts tegen betaling verkrijgbaar.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de legesverordening jegens X onverbindend is omdat de NEN 2580 norm waarnaar in de verordening wordt verwezen niet op de voorgeschreven wijze kenbaar is gemaakt. Deze NEN 2580 norm is essentieel voor de berekening van de heffingsmaatstaf. De aanslag en de uitspraak op bezwaar worden door de rechtbank vernietigd. X krijgt een ISV van € 1500 maar geen PKV omdat de rechtbank het niet redelijk vindt dat X kosten voor rechtsbijstand heeft gemaakt. X heeft in een vrijwel identieke zaak zelf als gemachtigde het beroep gemotiveerd. De persoon die in de onderhavige procedure formeel als gemachtigde optreedt, is niet verschenen op zitting. X heeft zelf het woord gevoerd en juridische argumenten ingebracht. X is bovendien jurist bij een advocatenbureau en treedt vaker op in legeszaken.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Algemene wet bestuursrecht artikel 8.75

Gemeentewet artikel 139

Gemeentewet artikel 217

Gemeentewet artikel 229

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 16 september

Informatiesoort: VN Vandaag

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen