Naar aanleiding van een controle stelt de Litouwse Belastingdienst vast dat Nekilnojamojo turto valdymas BUAB de BTW‑wet heeft geschonden. Aan NTV wordt daarom in 2018 een BTW-aanslag opgelegd van € 6,5 mln. Daarnaast wordt ook nog € 2,4 mln. aan vertragingsrente in rekening gebracht en een fiscale boete van € 1,8 mln. NTV verzoekt vervolgens in 2021 om vrijstelling van betaling van de vertragingsrente en de aan haar opgelegde fiscale boete. Nadat de Belastingdienst dit verzoek afwijst, verzoekt NTV nogmaals om vrijstelling van betaling. Zij verzoekt daarbij met name om vrijstelling van betaling van het ‘punitieve bestanddeel’ van de vertragingsrente over de BTW. Dit is goed voor 2/3 van het totaalbedrag van de verschuldigde vertragingsrente. De Litouwse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Advocaat-generaal Rantos concludeert dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Litouwen het bedrag van de vertragingsrente vaststelt zonder dat de Belastingdienst een van de bestanddelen van dit bedrag kan verlagen. Dat geen rekening wordt gehouden met de aard en de ernst van de vastgestelde inbreuk is niet van belang. Ook is het niet in strijd met het EU-recht dat de belastingplichtige alleen in gevallen waarin de regeling uitdrukkelijk voorziet van betaling van deze vertragingsrente kan worden vrijgesteld.
Wetingang:
Instantie: Court of Justice of the European Union
Rubriek: Omzetbelasting, Europees belastingrecht
Editie: 14 november
Informatiesoort: VN Vandaag