X BV exploiteert een groothandel in chemische grondstoffen. Haar DGA stelt de facturen zelf op, maar de BTW-aangiften worden ingediend door een intermediair. In 2014 is er in tegenstelling tot vorige jaren geen BTW afgedragen. De meeste aangiften zijn nihilaangiften en er worden teruggaven geclaimd. Na een boekenonderzoek volgt een naheffing met een vergrijpboete. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verlaagt de boete wegens het overschrijden van de redelijke termijn tot € 6154. Volgens Hof 's-Hertogenbosch toont de inspecteur niet overtuigend aan dat X BV (voorwaardelijk) opzettelijk de BTW die op aangifte moet worden voldaan niet heeft betaald. In de bezwaarfase is weliswaar een verklaring afgelegd, die er op lijkt te duiden dat de BTW met betrekking tot zes verkoopfacturen vanwege de liquiditeit opzettelijk niet is aangegeven en betaald, omdat deze BTW wegviel tegen de bij een inkoop van april 2014 gemiste aftrek van voorbelasting. Daarmee blijft echter onduidelijk in hoeverre dit besluit een rol heeft gespeeld ten tijde van het doen van de betreffende aangiften. De boete wordt vernietigd. De Staatssecretaris gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof de essentiële stelling van inspecteur over het door de DGA niet-tijdig aanleveren van stukken aan de intermediair ten onrechte niet heeft behandeld. De stukken van het geding laten geen andere conclusie toe dan dat de inspecteur, (onder meer) onder verwijzing naar een door de intermediair afgelegde verklaring dat de kopieën van de verkoopfacturen mogelijk niet aan hem zijn overgelegd, gemotiveerd heeft gesteld dat X BV de kopieën telkens niet tijdig aan de intermediair heeft verstrekt. Het beroep van de Staatssecretaris is gegrond. Volgt verwijzing naar Hof Arnhem-Leeuwarden. Als de facturen niet tijdig aan de intermediair zijn verstrekt, dan moet het verwijzingshof opnieuw beoordelen of het – telkens – aan (voorwaardelijk) opzet van X BV is te wijten dat te weinig BTW is betaald.
Wetingang:
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 67F
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 22 december
Informatiesoort: VN Vandaag