X beschikt over meerdere hobbyauto’s met een geschorst kenteken. Incidenteel laat hij die ontschorsen om met een auto te rijden. Op 5 mei 2020 wordt geconstateerd dat ondanks de schorsing toch met een auto is gereden. Volgens X is hij per ongeluk met de verkeerde auto de weg opgegaan. In geschil is de MRB-naheffingsaanslag, alsmede de 100% verzuimboete van € 1379. Volgens Rechtbank Gelderland is de boete niet proportioneel voor de kennelijke vergissing van X. De boete wordt gematigd tot 25% (€ 344). De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de boete van € 344 passend en geboden is. De motivering van de rechtbank dat de boete mede is gebaseerd is op het (relatief hoge) gewicht van de auto waarmee gereden is en daarom geen recht doet aan het vergrijp, wordt hierbij expliciet buiten beschouwing gelaten. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetingang:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 artikel 35
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 artikel 37
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 67C
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 24 november
Informatiesoort: VN Vandaag