Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat Nederland op grond van het nieuwe belastingverdrag met Zwitserland het heffingsrecht heeft over de inkomsten die X heeft genoten van de KLM. X maakt geen feiten en omstandigheden aannemelijk waaruit volgt dat de plaats van werkelijke leiding van de KLM zich na de fusie met Air France niet meer in Nederland maar in Frankrijk bevindt.

X heeft de Zwitserse nationaliteit en woont in Zwitserland. Vanaf 1991 werkt hij als piloot voor de KLM. Als verkeersvlieger op intercontinentale vluchten van gemiddeld 72 uur, brengt X ongeveer drie uur door op Nederlands grondgebied. Daarnaast is hij hier af en toe voor een training. KLM heeft over de jaren 2012-2016 geen loonbelasting ingehouden, maar wel premie volksverzekeringen. Volgens de inspecteur is het heffingsrecht na de inwerkingtreding per 2012 van het nieuwe belastingverdrag tussen Nederland en Zwitserland (Verdrag), aan Nederland toegewezen. De inspecteur legt daarom (navorderings)aanslagen op over de jaren 2012-2016. X gaat in bezwaar en (hoger) beroep. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de inspecteur voor 2012 en 2013 een nieuw feit omdat hij er pas in 2017 achter kwam dat KLM voor in Zwitserland wonende piloten ten onrechte geen loonbelasting had ingehouden en afgedragen. De inspecteur was niet verplicht om zelf onderzoek te doen naar de gevolgen van een verdragswijziging voor individuele belastingplichtigen. In hoger beroep is in geschil of de inspecteur het loon terecht in de heffing van Nederlandse inkomstenbelasting heeft betrokken.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat Nederland op basis van het nieuwe belastingverdrag met Zwitserland het heffingsrecht heeft over de inkomsten die X heeft genoten van de KLM. X maakt geen feiten en omstandigheden aannemelijk waaruit volgt dat de plaats van werkelijke leiding van de KLM zich na de fusie met Air France niet meer in Nederland maar in Frankrijk bevindt. Op grond van het nieuwe Verdrag moet Zwitserland het gehele loon vrijstellen, zodat het loon niet feitelijk onderworpen is geweest aan Zwitserse inkomstenbelasting. De dienstbetrekking wordt daarom geacht geheel in Nederland te zijn vervuld. Het loon is dus terecht volledig in de Nederlandse IB/PVV-heffing betrokken. X beroept zich vergeefs op het evenredigheidsbeginsel. Hij had moeten weten dat ten onrechte geen loonbelasting werd ingehouden. Dit geldt des te meer omdat hij in Zwitserland een vrijstelling (met progressievoorbehoud) genoot. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt hij nog wel een immateriëleschadevergoeding van € 4000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting 15

Wet inkomstenbelasting 2001 7.2

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Loonbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 24 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

63

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen