Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat vast staat dat X Nederlandse BTW op de facturen heeft vermeld. Daarom is in Nederland BTW verschuldigd.
X drijft een eenmanszaak en is gespecialiseerd in industriële koelsystemen. De inspecteur heeft een onderzoek ingesteld naar de aangiften IB/PVV en BTW van X over de jaren 2017 en 2018. Hierbij is geconstateerd dat X te weinig omzet en BTW heeft aangegeven. De inspecteur heeft een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd inclusief boete en rentebeschikkingen. X gaat in bezwaar en beroep. In geschil is of de naheffingsaanslag omzetbelasting en de boete- en rentebeschikkingen terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag omzetbelasting en de belastingrentebeschikking terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat vast staat dat X Nederlandse BTW op de facturen heeft vermeld. Daarom is in Nederland BTW verschuldigd. Het standpunt van X dat de diensten vanuit Spanje zijn verricht en dat per abuis Nederlandse BTW in rekening is gebracht wordt verworpen. De inspecteur heeft de aftrek van voorbelasting terecht heeft gecorrigeerd, omdat X de hogere aftrek niet aannemelijk maakt. De rechtbank vermindert de boete tot € 5016 vanwege overschrijding van de redelijke termijn en kent X een immateriëleschadevergoeding van € 1500 toe. X' beroep is enkel gegrond voor zover het ziet op de boete.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 28
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27h
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Wet op de omzetbelasting 1968 7
Wet op de omzetbelasting 1968 37
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 1 mei