Uit onderzoek is gebleken dat het niet mogelijk is om niet-liquide beleggingen onder te brengen in het vermogenswinstregime in box 3. Dat antwoordt staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën op vragen van de vaste commissie voor Financiën over de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025.

Er is geen duidelijke grens te trekken tussen liquide beleggingen aan de ene kant en niet-liquide beleggingen aan de andere kant. In de praktijk zijn er veel verschillende vormen van verhandelbaarheid en liquiditeit van beleggingen. Daarnaast leidt een onderscheid tussen liquide aandelen en niet-liquide aandelen of tussen beursgenoteerde aandelen en niet-beursgenoteerde aandelen tot vergelijkbare staatssteunrisico’s als het onderscheid tussen aandelen in familieondernemingen en andere ondernemingen.

De staatssecretaris verwacht op grond van het onderzoek van NautaDutilh dat een afwijkende fiscale behandeling door het hanteren van een vermogenswinstbelasting voor onroerend goed en aandelen in startups wel mogelijk is.

De staatssecretaris antwoordt op vragen over de voorgestelde differentiatie van de vliegbelasting onder meer dat een budgettaire opbrengst is begroot van € 257 mln. Verder blijkt uit onderzoek dat de differentiatie in alle onderzochte varianten leidt tot een reductie van de mondiale klimaatimpact van de luchtvaart.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting, Milieuheffingen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 4 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen