X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in 2020 tot 1 juli in België en daarna in Nederland. Hij bezit alle aandelen in A BV (een pensioen-BV) en ontvangt dat jaar een AOW-uitkering en een pensioenuitkering. De inspecteur stelt op 14 juli 2023 voor 2020 het wereldinkomen vast op € 50.258 en het niet in Nederland belastbaar inkomen (NiNbi) op € 29.827. In geschil is of de inspecteur terecht en op juiste grond de NiNbi-beschikking voor 2020 afgeeft en of deze een inbreuk op het eigendomsrecht oplevert.
Hof Den Haag oordeelt dat de NiNbi-beschikking terecht is afgegeven. De vaststelling van een beschikking op zichzelf beschouwd kan niet leiden tot een inbreuk van het eigendomsrecht. Het enkele geven van die beschikking vormt immers niet een inmenging in enig eigendom of enige gerechtvaardigde verwachting (HR 17 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:324, BNB 2023/84). Het feit dat een NiNbi-beschikking door het CAK wordt gebruikt ten behoeve van het vaststellen van de zogenoemde buitenlandbijdrage Zvw, doet hieraan niet af.l Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetingang:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen artikel 8A
Zorgverzekeringswet artikel 69
Rubriek: Inkomstenbelasting, Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 9 december
Informatiesoort: VN Vandaag