X BV en twee andere vennootschappen maken gebruik van de accountancydiensten van A BV. X BV c.s. nemen een andere accountant in de arm omdat zij niet tevreden zijn over de door A BV uitgevoerde werkzaamheden. In kort geding eisen zij daarom dat A BV alle documenten van X BV c.s. overdraagt en niets meer namens hen doet. Daarnaast vorderen zij een bedrag van € 25.000 als voorschot op een vordering die zij nog willen gaan indienen in een bodemprocedure en vanwege een boete die zij aan de Belastingdienst moeten betalen. 

De civiele kamer van Rechtbank Midden-Nederland verleent verstek aan accountant A BV en wijst de vorderingen van X BV c.s. toe. A BV moet onmiddellijk alle financiële stukken overdragen en een voorschot van € 25.000 betalen wegens wanprestatie. Uit de gedingstukken en de door X BV c.s. gegeven toelichting blijkt dat A BV is tekortgeschoten in de uitvoering van haar boekhoudwerkzaamheden. Het is daarom zeer waarschijnlijk dat de kantonrechter in een bodemprocedure de overeenkomst van opdracht zal beëindigen. Verder verbiedt de kantonrechter A BV om nog verder werkzaamheden uit te voeren voor X BV c.s. De kantonrechter koppelt daar nog een dwangsom aan van maximaal € 12.500. 

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Burgerlijk Wetboek Boek 6 artikel 74

Burgerlijk Wetboek Boek 7 artikel 400