X draagt zijn aandeel in een woning en het bijbehorende aandeel in de eigenwoningschuld over aan zijn ex-partner (uitkoop). De bank moet daarvoor maatwerk toepassen. De bestaande annuïtaire lening moet daarbij eerst worden omgezet in een aflossingsvrije lening. Daarna kan de belastingplichtige pas worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Op het moment dat het aandeel van de belastingplichtige in de annuïtaire lening is omgezet in een aflossingsvrije lening, is er geen contractuele aflossingsverplichting meer. Daardoor is geen sprake meer van een eigenwoningschuld. Door de uitkoop is sprake van vervreemding voor de bijleenregeling en realiseert X een hogere eigenwoningreserve dan in de situatie dat de bank de annuïtaire lening pas ná de uitkoop had omgezet in een aflossingsvrije lening. Omdat X hierin geen keuze heeft, keurt de staatssecretaris in deze bijzondere situatie goed dat voor X de omgezette lening op het moment direct voorafgaande aan de uitkoop nog kwalificeert als eigenwoningschuld.

[Nieuwsbron]